Nieuws

STIZON, INSZO en PHARMO bestaan 20 jaar

Wij praten hierover met prof. Ron Herings en Ernst de Graag. Zij zijn vormen vanaf het begin de directie.

Hoe zijn PHARMO en INSZO ontstaan?

Ron Herings: “Voor de start van PHARMO moeten we terug in de tijd naar het ontstaan van het PHARMO Record Linkage Systeem  in de periode 1989-1990. Het toenmalige rapportage systeem van de overheid kon weliswaar bijwerkingen detecteren, maar we hadden geen enkel idee hoe vaak welke bijwerkingen bij welke geneesmiddelen voorkwamen. In die tijd speelde dat voornamelijk voor de NSAIDs (maagbloedingen), de orale anticonceptiva (Borstkanker, trombose), de antihistamica (QT-verlenging) en benzodiazepines (vallen/fracturen).

In de Verenigde Staten werd voor dit onderzoek gebruik gemaakt van grote gegevensbestanden van zorgverzekeraars.  Het type onderzoek kreeg een naam: geneesmiddelen epidemiologie, later verworden tot het huidige farmaco-epidemiologie. Onderzoek dat zich bedient van grote gegevensbestanden om aanvullend op randomised controlled trials (RCT) onderzoek te doen naar de werking en veiligheid van geneesmiddelen zoals die in de dagelijkse praktijk daadwerkelijk gebruikt worden.

Het soort gegevensbestanden zoals gebruikt in de VS, waren in Nederland in die tijd niet beschikbaar. Om het gebruik van geneesmiddelen (PHARmaca) te koppelen aan MOrbiditeit (ziekte, bijwerkingen) moest een nieuwe weg worden ingeslagen.  Het werd zelf data verzamelen bij apothekers en ziekenhuizen om die gegevens vervolgens te koppelen op patiënt-niveau. Dat koppelen kon niet zomaar. Er was toen geen uniek nummer voor patiënten dat in de zorg gebruik werd.  Door gebruik te maken van overeenkomsten van kenmerken in de data kunnen personen echter wel degelijk gekoppeld worden. Een techniek, die bekend staat als probabilistisch koppelen, voor het eerst in de zorg toegepast in Engeland in de Oxford Record Linkage study.  De gegevens van patiënten worden op het niveau van de individuele patiënt, anoniem in de tijd aan elkaar geknoopt in de wetenschap dat dit in uitzonderlijke gevallen niet altijd goed gaat.  Deze koppelfout maakt dat unieke identificatie van patiënten niet mogelijk is. Voor onderzoek op populatie niveau is een dergelijke fout er niet. Hier kan voor worden gecorrigeerd.

“Het complexe Bayesiaans algoritme (AXON) dat daarvoor werd  gebruikt  op de toenmalige PC deed er vier jaar over om een enkele apotheek te koppelen op het belendend ziekenhuis. In 1991 bleek het algoritme, na nieuwe programmering op een nieuwe 386 PC, in minder dan één dag dit te kunnen doen.
Tegenwoordig in enkele seconden. “Dertig apotheken, verdeeld over zes gemeentes, en zes ziekenhuizen gaven medewerking en in 1990 werd het eerste werkend systeem getest en het kreeg een naam: het PHARMO-systeem, beschreven in het NTVG in 1993.”